Kwekerij Ron – Nederlands pionier in telen eetbare bloemen
Ze beginnen ’s ochtends vroeg, als het nog fris is, en plukken dan zo veel mogelijk bloemen. Vervolgens
worden voorin de schuur, daar waar het koel is, de mixschalen gevuld. Daarna worden de bloemenschalen in de koeling gezet. Wekelijks gaan een paar duizend van die schalen naar hun afnemers. Dat zijn met name toeleveranciers van de horeca. Hoe anders was het zo’n twaalf jaar geleden. Toen werden twintig tot hooguit dertig schaaltjes afgeleverd. Ron Voorbij uit Vinkeveen, een van de eersten in ons land die zich serieus met de teelt van eetbare bloemen ging bezighouden, is positief over de toekomst van zijn product. “Dit zal niet snel weggaan. Eetbare bloemen zijn geen hype. Ze zijn langzaam gekomen en echt ingeburgerd. Daarom denk ik zeker dat het aanblijft.”
Tekst: Marie-Christine Koestal
Van kruiden, groenten en lascursussen tot specialist in eetbare bloemen
Ron werkt al sinds de schoolbanken in de tuinbouw, op de plek waar nu zijn bedrijf Kwekerij Ron is gevestigd. Daar werden Chinese groenten gekweekt, met name legio soorten paksoi, aangevuld met een paar kruiden. “Wij waren een van de eersten die rucola teelden. Dat breidde langzaam uit. Er kwamen steeds meer kruiden en steeds minder groenten.” Op zijn zestiende ging hij er fulltime aan de slag. Maar omdat hij tot zijn achttiende leerplichtig was, besloot hij een lascursus te gaan doen. “Dat werd getolereerd. Tot mijn 24e of 25e heb ik twee avonden per week en de zaterdagochtend les gehad en de hele rataplan gehaald: booglassen, constructies, stoomketels en CO2-lassen. Behalve wat losse klussen, zoals het maken van een constructie voor een hooiberg en een bedrijfspand, heb ik er niks mee gedaan. Ik kon in de offshore in Pernis terecht, maar dan zou ik ’s ochtends om zes uur moeten vertrekken en pas weer om zeven uur ’s avonds terug zijn. Naar de kwekerij ga ik met de fiets. Vijf minuten heen, vijf minuten terug.”
Zo’n twaalf jaar geleden maakte Ron via een kennis, die bij een grote horecaleverancier werkt, kennis met eetbare bloemen. “Hij was er toen al een jaar of dertig mee bezig. Hij liet me een krantenknipsel uit de jaren 70 zien, dat ging over eetbare begonia’s. Iedereen vond het zoiets geks, maar een aantal restaurants in Amsterdam maakte er toen al gebruik van in hun gerechten. Die kennis stopte ermee en vroeg of ik ermee aan de slag wilde.” Ron, inmiddels eigenaar van de kwekerij waar hij als jonge jongen begon, en teler van zo’n 25 goedlopende kruidensoorten, dacht: we gaan het gewoon proberen.
Geliefd in restaurantkeukens
Van een minimale omzet in het begin, raakten zijn eetbare bloemen steeds geliefder in restaurantkeukens. “Ze gebruiken het overal voor: bruidstaarten, allerlei soorten gerechten, je kunt het zo gek niet bedenken. Een stukje zalm bijvoorbeeld, daar móet tegenwoordig een bloemetje op. Koks zweren erbij. In het begin nam de kweek maar een klein deel van ons bedrijf in beslag. Toen dacht ik dat het op een gegeven moment over zou zijn. Nu staat het helemaal vol en ben ik ervan overtuigd dat we er nog heel veel jaren van kunnen bestaan. Wat mij opvalt is dat toch veel mensen geen weet hebben van het bestaan van eetbare bloemen. ‘Kun je die eten dan?’, hoor ik nog steeds vaak. Of ik krijg een berichtje toegestuurd van een kennis met de inhoud: ‘Zit ik in een restaurant, krijg ik een viool op mijn bord’, met daarbij een foto. Echt nog zo veel voor wie het nieuw is.”
Twintig soorten
De circa twintig soorten eetbare bloemen die Ron en zijn team produceren, worden zowel in de kas als buiten gekweekt. In de winter groeit het allemaal wat minder, maar in het voorjaar kan de oogst niet op. Violen gaan het langste mee: van het najaar tot het voorjaar blijft de viool een bloemetje geven. “Als de bloem op zijn mooist is, snijden wij de koppen eraf. Vervolgens verschijnt er weer een bloemetje.”
Planning en ongediertebestrijding
Planning en bestrijding van ongedierte zijn cruciaal bij de kweek van eetbare bloemen, zo zegt Ron Voorbij. “We moeten ervoor zorgen dat we op tijd nieuwe planten kweken, zodat de productie kan doorgaan. En we moeten snel bijsturen als iets niet goed groeit. Uiteraard zijn wij overgeleverd aan biologische bestrijding. Maar omdat wij al heel lang hiermee werken, zit dat goed in onze vingers.”
Het hele jaar door aanwas – van eigen grond
Nederland telt tegenwoordig meer kwekers die de eetbare bloem als product hebben. Israël was jarenlang dé producent van eetbare bloemen. Nog steeds gebeurt de teelt daar op grote schaal. Daarnaast is Spanje een land in opkomst. “Ons geluk is dat de eetbare bloem vrij beperkt houdbaar is. Als deze helemaal uit Spanje moet komen, duurt het te lang voordat hij hier op een bord kan liggen.
Het mooie van het kweken van eetbare bloemen is dat je met kunst en vliegwerk kunt zorgen dat er het hele kalenderjaar producten zijn. Het kweken van groenten in de wintertijd, wat we lange tijd hebben gedaan, is een ander verhaal. Dan heb je in de winter weinig product en inkomsten. In die tijd moesten we het echt van de andere drie seizoenen hebben.”
Deel dit bericht